referentie A001B

Overzicht van trefwoorden en jargon

NAT

Afkorting voor Netwerk Adress Translation, netwerk adrestranslatie in goed Nederlands. Een methode om twee verschillende (TCP/IP) netwerken met elkaar te verbinden. De NAT functie wordt vaak terug gevonden in routers. Een van de vele gebruiksmogelijkheden is het verbinden van een intern netwerk via een publiek IP adres met het internet. Simpel uitgedrukt:

Een NAT router heeft twee IP-adressen: een "lokaal" en een "publiek". Het publieke IP adres is het punt waaronder de router op het internet te bereiken is, het lokale IP adres is het punt waarop de router in het lokale netwerk te bereiken is. De NAT mogelijkheden zorgen er voor dat alle lokale gebruikers via een en hetzelfde publieke IP adres toch het internet op kunnen.
Een paar opmerkingen hierbij:

Het is mogelijk om een router te overbelasten met internet verkeer. Dit wordt omschreven in de link vertragend internet met peer-to-peer programma's
Het aantal zgn "NAT sessies" is een maat voor het aantal verbingen met verschillende andere computers via de router. Degevens hierover zijn terug te vinden in de link
maximum aantal NAT sessies .
De "buitenkant" hoeft niet altijd meteen gelijk te zijn aan het hele internet, een NAT router kan ook worden gebruikt om een normaal netwerk in twee delen te splitsen, zo lang als er maar geen gelijke IP adres bereiken aan beide kanten voorkomen.
Niet alle IP adressen zijn bruikbaar om een lokaal netwerk mee op te bouwen. Hiervoor zijn speciaal een aantal IP adressen in de 10.0.x.x en de 192.168.x.x reeks gereserveerd, anders raakt de NAT router in de war met het onderscheid tussen binnen- en buitenkant.
Alle computers in het LAN (de binnenkant) moeten unieke IP adressen hebben. Deze kunnen per computer handmatig in worden gesteld, zo lang ze maar in hetzelfde bereik als de router liggen. In het bovenstaande voorbeeld heeft de eerste computer IP adres 192.168.1.2, de tweede 192.168.1.3 en de derde 192.168.1.4. De adressen 192.168.1.0 en 192.168.1.255 mogen in dit locale netwerk niet worden gebruikt. De meeste NAT routers beschikken ook over de mogelijkheid van DHCP, waardoor IP adressen automatisch kunnen worden uitgedeeld.
Opdat de router en de verschillende computers het onderscheid tussen een IP adres in het lokale netwerk en een IP adres in de buitenwereld kunnen onderscheiden dient ook een zogenaamd "subnet masker" in te worden gesteld. Zie hiervoor het trefwoord subnet.