Wizard instellen op een recente ZyXEL Prestige 300 series router.

Deze instructies werken bij de ZyXEL Prestige 300 series zouters welke in de jaren na 2005 op de markt zijn gekomen, zoals de Prestige 320W, 335U, 334 WT ETC. Hoewel er verschillen kunnen bestaan in het uiterlijk en de volgorde van de vensters is de procedure in grote lijnen gelijk.

Dit document bestaat uit de volgende onderdelen:

1. 1: Voorbereidingen
2. 2: Aansluiten van de router
3. 3: Toegang tot de router
4. 4: Configureren van de router met de wizard

1: voorbereidingen.

De Prestige 300 series is bedoeld voor aansluiting op een breedband internet modem met bijvoorbeeld ADSL- of kabeltoegang. Sluit daarom voor dat u begint met het aansluiten van de Prestige eerst via een Ethernet kabel de modem aan op de internetverbinding en sluit een computer aan op de modem. Zorg ervoor dat u in ieder geval via deze computer het internet kunt bereiken. Op deze manier weet u zeker dat de instellingen van de modem correct zijn en dat de internettoegang goed werkt.

Om de router in te kunnen stellen moet deze via een ethernet kabel worden aangesloten op een computer.
U dient hiervoor een computer te gebruiken welke voorzien is van:

• Een werkende, goed geinstalleerde ethernet aansluiting.
• Een browser (zoals bijvoorbeeld Internet Explorer).
• De Browser moet Javascript toestaan.
• Sluit alle overige lopende programma's op de te gebruiken computer af, inclusief een firewall- of antivirus programma. U kunt deze weer activeren nadat de installatie is voltooid.

De kans is groot dat u hiervoor dezelfde computer kunt gebruiken als welke in stap 1.1 op de breedband modem werd aangesloten.

2: Router aansluiten

• Haal de router uit de verpakking. Indien voorzien van een kleine wireless antenne, klap deze uit zodat hij loodrecht tegenover de horizon staat. Dit geeft de beste ontvangst an het signaal.
  
  
  Maak de Ethernet kabel tussen computer en modem los aan de kant van de computer. Sluit deze kabel aan op de "WAN" aansluiting aan de zijkant van de Router
• De Router wordt geleverd met een extra Ethernet kabel. Gebruik deze kabel om de Router op de computer aan te sluiten. Sluit het ene uiteinde aan op de LAN-1 poort van de Router, sluit het andere uiteinde aan op de computer, op de plaats waar eerder de kabel naar de modem zat (de netwerkkaart).
• De Router wordt geleverd met een bijpassene netspanningsadapter. Steek het kleine stekkertje in de bijbehorende opening met de naam "POWER" aan de zijkant van de router en steek de adapter in een werkend stopcontact.

• Nadat u de Router, de modem en de computer aan heeft gezet behoren op de router volgende lampjes te gaan branden: (De WLAN en OTIST lampjes komen niet op alle modellen .
  
  
  Het lampje "PWR" licht groen op en gaat knipperen ten teken dat de Router op start. Als dit niet gebeurt krijgt de router geen of onvoldoende stroom.
• Enige tijd later licht het "WAN" lampje op (als de modem er op aangesloten is) en ook het "LAN" lampje dat overeen komt met de poort aan de zijkant waarop de computer is aangesloten. Beide poorten lichten alleen op als het andere apparaat aanstaat en is opgestart.

Maak contact met de Router via de aangesloten computer. De juiste procedure staat omschreven onder de volgende link: Contact met de web configurator. Uw router heeft zelf als IP-adres 192.168.1.1 en maakt standaard gebruik van het automatisch uitdelen (dynamisch) van IP adressen.

3: Toegang tot de router

Start uw browser op (Internet Explorer of Netscape Navigator, Mozilla, Safari, etc) Vul in de adresregel het IP adres van de router (192.168.1.1) Druk daarna op Enter.

Het voorbeeld hierboven is een afbeelding van Internet Explorer onder Windows 2000, andere versies van Windows en andere browsers kunnen er anders uitzien.

U krijgt na enkele seconden contact met het apparaat. Deze vraagt nu om een wachtwoord

Tenzij u dit eerder anders heeft ingesteld is het wachtwoord 1234. Tik dit in en klik op de knop Login. Als u tijdens het invullen van gegevens in het apparaat te lang wacht sluit het apparaat automatisch de toegang af. Dit is zo ingesteld om te verhinderen dat iemand snel het apparaat anders instelt als u tijdens het instellen even weg wordt geroepen of met iets anders bezig gaat. U zult dan opnieuw via het invullen van het IP-adres en het invullen van het wachtwoord toegang moeten zoeken.

U kunt in het volgende scherm een ander wachtwoord invoeren dan het voorspelbare 1234 en het Access Point zal vanaf dat moment dat andere wachtwoord aanhouden.

Sommige modellen en uitvoeringen vragen hier om de keuze voor een taal. Deze pagina gaat uit van de keuze voor Engels.

Maar voor deze uitleg: klik op Ignore

3.3 Wizard setup kiezen

Nadat u het wachtwoord heeft ingegeven zult u mogelijk het volgende scherm zien:

4: Configuratie van de router met behulp van de Wizard

4.1 Wizard en taak kiezen

Selecteer als taal "Engels" als daar nog niet eerder om is gevraagd (1)
(Nederlands is helaas geen optie, de voorbeelden gaan uit van het gebruik van Engels)
Selecteer daaronder "Connection Wizard" (2) en tenslotte op "Next" (3). Hierna verschijnt het onderstaande venster:

(voorbeeld van de 335 WT, de 335 heeft maar twee stappen) Klik onderaan het venster op:

Tik de regel aan de rechterkant van "System information" aan en vul hier de naam in, welke u uw router wenst te geven. De naam is meestal niet belangrijk, u kunt de suggestie welke er staat overnemen. Onder "Domain Name" kunt u -desgewenst- de domeinnaam overnemen welke u nodig heeft om contact met uw provider op te nemen. Bij de meeste providers kunt u deze regel leeg laten. Indien u hier iets in behoort te vullen heeft u dat van uw provider opgekregen. Klik onderaan het venster op:

4.4.1 Otist Otist is een uitvinding van ZyXEL bedoeld om het gemakkelijker te maken om een beveiliging in te stellen. Zij werkt alleen tussen twee ZyXEL apparaten welke dit ondersteunen, iets waar we niet altijd van uit kunnen gaan. Daarom gaat deze pagina er van uit dat u geen Otist gebruikt. Negeer eventuele verwijzingen naar dit systeem in de vensters welke u in de volgende stappen krijgt. 4.4.2. De keuze voor draadloze beveiliging Bij het configureren van een 334 WT of 335 WT woudt u vervolgens gevraagd om de draadloze instellingen in te voeren. Achter "Name" staat de naam waarin het apparaat zichzelf identificeert. U kunt dit naar wens veranderen in een wat minder voorspelbare naam. Achter "Channel" staat het kanaal waarop het apparaat uitzend en ontvangt. Dit staat standaard ingesteld op 6. Wij raden aan dit te veranderen in 1 of 11 indien u veel andere wireless gebruikers in uw omgeving heeft. Achter Security staat welke beveiliging welke u voor het draadloze netwerk heerft gekozen. Wij raden aan om op zijn minst een minimale beveiliging te kiezen, aangezien anders iedere passant met een laptop aanvoudig toegang kan krijgen op uw internetaansluiting of netwerk. 4.4.3 WPA-PSK Een goede beveiliging is Indien u kiest voor een beveiliging moet de aard en instelling van de beveiliging overeenkomen met de instellingen op alle draadloos aan te sluiten computers, niet alle computers en wireless uitbreidingen ondersteunen dit standaard. Klik onderaan het venster op: Indien u onder Security een beveiliging heeft opgegeven dan krijgt u nu de kans om een beveiligingssleutel op te geven. (In dit voorbeeld is gekozen voor de sleutel "kortjakje", deze dient u vervolgens ook op alle gebruikte computers in te stellen) heeft u geen beveiliging opgegeven, dan krijgt u vervolgens de mogelijkheid gebruik te maken van OTIST, wij raden aan om dit alleen te doen als ook uw computers dit ondersteunen. Is dit niet het geval, voer dan een sleutel met de hand in, zoals hierboven, of gebruik geen beveiliging (wat we afraden). Klik onderaan het venster op: En vervolg met 4.5 of 4.4 WEP. Als alternatief voor WPA-PSK kunt u ook kiezen voor de oudere standaard Deze wordt door een groter aantal fabrikanten ondersteund, maar is iets minder veilig. Na de keuze voor Basic(WEP) komt u in het volgende venster: Negeer "Passphrase" leeg, selecteer onder “WEP Encryption” de hoogste standaard welke ook door de wireless kaart of adapter in uw computer wordt ondersteund. Onder Key 1 t/m 4 daaronder vult u de sleutels in, welke moeten voldoen aan de eisen die daar boven gesteld worden. Bijvoorbeeld: bij het gebruik van een 64-bit ASCII sneutel dient u hier een woord van 5 letters in te vullen, bijvoorbeeld vier maal het woord “schor ". Bij het gebruik van een 128-bits ASCII sleutel een 13-letterig woord als "paradijsvogel" . Klik daarna op "next" en vervolg met 4.5

het apparaat probeert nu gedurende ongeveer 20 seconden om de basisinstellingen van het internet te achterhalen. Mocht dit niet lukken, dan wordt vervolgd met: 4.6

Basis internet configuratie

Kies in het volgende venster achter "Connection type" voor "Ethernet".Klik onderaan het venster op:

Kies voor "Get automatically from your ISP", tenzij u een vast IP adres van uw ISP heeft opgekregen. (meestal niet). Klik daarna op

In de meeste gevallen kunt u volstaan met "Get automatically from your ISP", tenzij u een vast IP adres van uw ISP heeft opgekregen. (meestal is dit zo). In die gevallen waarin de provider het MAC adres wil weten van de computer waarop de modem oorspronkelijk was aangesloten kiest u "Spoof this computer's MAC Address" en vult u daaronder het IP adres in van de betrokken computer. Weet u dit niet uit uw hoofd, kijk dan onder de link:

Klik daarna op

en in het laatste venster op

Dit brengt u in het hoofdmenu van de router.