Deze tekst is bedoeld voor het installeren van het ZyAIR G-560 wireless access points.
De procedure werkt met de nieuwste firmware versie. Het document bestaat uit de volgende stappen:
Om het Access Point in te kunnen stellen moet deze via een ethernet kabel worden aangesloten op een computer. Het apparaat kan in het begin niet draadloos worden benaderd. U dient hiervoor een computer te gebruiken welke voorzien is van:
Een werkende, goed geinstalleerde ethernet aansluiting.
Een browser (zoals bijvoorbeeld Internet Explorer of Firefox).
De browser moet Javascript toestaan.
Sluit alle overige lopende programma's op de te gebruiken computer af, inclusief een firewall- of antivirus programma. U kunt deze weer activeren nadat de installatie is voltooid.
Ook in het geval dat u het Access Point later op bijvoorbeeld een router of modem/router aan wenst te sluiten dient hij eerst via een rechtstreeks aangesloten computer te worden geconfigureerd!
2.1 Netspanning.
Het Access Point wordt geleverd inclusief een eigen netspanningsadapter. Gebruik voor het aansluiten van het apparaat op de netspanning deze meegeleverde adapter. Sluit de kleine stekker aan op de "Power" ingang aan de achterzijde van het apparaat en steek vervolgens de stekker in een stopcontact. Na enige tijd gaan de volgende lampjes branden:
Het PWR zal even knipperen,
waarna het PWR blijft branden
en het en het
WLANlampje
groen blijft knipperen.
2.2 Ethernet aansluiting.
Sluit het Access Point met een ethernet kabel aan op de ethernet poort van de computer. Gebruik hiervoor de meegeleverde kabel
Nadat het apparaat met een opgestarte computer is verbonden gaat het ETH of ETHN lampje eerst knipperen en daarna aan.
Het lampje heeft een oranje kleur bij een 100 MB verbinding en een groene bij een 10 MB verbinding. Het ETH of ETHN lampje zal flikkeren als er gegevens over de ethernet verbinding worden verzonden.
2.3 Computer IP adres instellen.
De juiste procedure om het IP adres op een computer in te stellen verschilt per versie van Windows en MAC OS, de procedure wordt beschreven in de volgende links: Configuratie MAC OS. Configuratie Windows.
Gebruik daarbij de volgende instellingen:
U dient uw computer in te stellen op een vast IP-adres met een waarde tussen 192.168.1.3 en 192.168.1.254, bijvoorbeeld 192.168.1.50
Gebruik subnet masker 255.255.255.0.
Het is op dit moment nog niet nodig om DNS gegevens en de Gateway in te voeren in de computer.
Het Access Point heeft standaard het IP adres 192.168.1.2.
2.4 Verbinding controleren
Indien u beschikt over een Windows machine kunt u desgewenst de verbinding testen door een PING- test uit te voeren naar IP adres 192.168.1.2.
De juiste procedure hiervoor staat beschreven in het eerste deel van het document achter de onderstaande link: PING-test.
De andere testen in dat document zullen het nog niet doen aangezien u nog geen toegang met het internet heeft geconfigureerd.
3.1 toegang
Start uw browser op (explorer, firefox, safari etc.).
Vul in de adresregel het IP adres van het Access Point in. Dit is standaard 192.168.1.2. Druk daarn op de Enter-toets. (mocht er niets gebeuren: probeer dan "http://192.168.1.2" en daarda Enter.)
Het voorbeeld hierboven is een afbeelding van Internet Explorer onder Windows 2000, andere versies van Windows en andere browsers kunnen er anders uitzien.
3.2 toegangscode
U krijgt na enkele seconden contact met het apparaat:
Deze staat standaard ingesteld op de Engelse taal en vraagt nu om een wachtwoord:
Tenzij u dit eerder anders heeft ingesteld is het wachtwoord 1234
Tik dit in en klik op de knop Login.
De verdere instructies op deze webpagina gaan uit van de Engelse tekst.
Als u tijdens het invullen van gegevens in het apparaat te lang wacht sluit het apparaat automatisch de toegang af. Dit is zo ingesteld om te verhinderen dat iemand snel het apparaat anders insteld als u tijdens het instellen even weg wordt geroepen of met iets anders bezig gaat. U zult dan opnieuw via het invullen van het IP-adres en het invullen van het wachtwoord toegang moeten zoeken.
Nadat u het wachtwoord heeft ingegeven zult u mogelijk het volgende scherm zien:
U kunt hier een ander wachtwoord invoeren dan het voorspelbare 1234 en het Access Point zal vanaf dat moment dat andere wachtwoord aanhouden.
Maar voor deze uitleg: klik op Ignore
3.3 Wizard starten
U krijgt een venster te zien waarin de basisinstellingen van het apparaat worden weergegeven.
De gegevens in de afbeelding hieronder zijn een voorbeeld:
Klik als eerste op de tekst Wizard Setup in de linker bovenhoek van het venster.
3.3.1 Stap 1
Nu verschijnt in het centrum van het scherm een menu als het onderstaande:
Onder Device Name kunt u de naam van het apparaat ingeven. Deze is voor de rest van de instellingen niet van belang.
In dit voorbeeld is gekozen voor de naam ZyXEL.
Daaronder kunt u kiezen op welke manier het Access Point een IP verkrijgt. Standaard is dit ingesteld op een vaste instelling (Use Fixed IP adress) met de hier getoonde instellingen, maar u kunt ze hier anders instellen. U kunt er ook voor kiezen om het IP adres van het Access point vast te laten stellen door een achterliggende router met DHCP. Bedenk wel dat als u dit doet, of op een andere manier het IP van het Access Point wijzigt, u het Access Point niet meer kunt bereiken onder 192.168.1.2.
In de rest van het voorbeeld wordt er van uitgegaan dat u de instellingen niet wijzigt.
In de laatste regel kunt u achter Gateway IP Adress het IP adres van bijvoorbeeld een achterliggende router invullen. In dit voorbeeld is uitgegaan van een achterliggende (modem)router met IP adres 192.168.1.1.
Klik na het invoeren van de juiste gegevens op
3.3.2 Stap 2
In dit venster kunt u de SSID van het Access Point wijzigen. Dit is de naam waaronder het apparaat in een draadloos netwerk kan worden gevonden. U kunt dit wijzigen in een voor u herkenbare naam, maar ook de gegeven naam gewoon laten staan
Hieronder kunt u het kanaal waarop het Access Point zendt en ontvangt. Dit staat standaard ingesteld onder 6. U kunt dit het best veranderen in kanaal 1 of kanaal 11 indien u het vermoeden heeft dat er veel andere wireless netwerken in uw omgeving actief zijn.
Klik na het invoeren van de juiste gegevens op
3.3.3 Stap 3
In dit menu kunt u de beveiliging van het Access Point instellen. Vooralsnog, kies hier voor Disable en vervolgens voor
Wij raden aan om uw wireless verbinding nadat u zich er van heeft overtuigd dat deze goed werkt alsnog te beveiligen.
Dit wordt omschreven onder paragraaf 4 van deze pagina.
3.3.4 Stap 4
U krijgt hier een overzicht van de instellingen van het Access Point.
U kunt deze bevestigen en de Wizard beeindigen met
Iedereen die beschikt over de juiste instellingen kan draadloos contact maken met het Access Point en krijgt daarmee toegang tot uw netwerk. U kunt uw netwerk een heel stuk veiliger maken door de volgende stappen, welke met vrijwel alle moderne wireless cliënts mogelijk zijn:
4.1. MAC adres filter:
Ga in het hoofd menu menu van het Access Point (in de linker kolom) naar de optie Settings en kies voore WIRELESS.
In het volgende menu kiest u het tabblad MAC filter.
Zet het vinkje voor “Active” aan en kies voor “Allow the following MAC Address to associate”
Vul onder 1 etc. de MAC adressen in van de cliënts welke u op de verschillende computers gebruikt. Dit adres is een code van zes delen, gescheiden door dubbele punten. Iedere cliënt behoort een eigen, uniek MAC adres te hebben. In de regel is dit te vinden op de buitenkant van de cliënt. Indien een gebruiker met een onbekend MAC adres nummer probeert om het Access Point te gebruiken zal hij door deze instellingen niet worden toegelaten. In het voorbeeld is gekozen voor MAC adres 12:23:34:45:56:67
Klik nadat u het laatste door u gewenste MAC adres heeft ingevoerd op
4.2 WEP versleuteling
WEP en WPA versleuteling zijn twee technieken om de gegevens welke tussen computer en Access Point heen en weer gaan te versleutelen. WPA is veiliger dan WEP en gemakkelijker in te stellen, maar niet alle wireless apparaten ondersteunen deze norm. Indien WPA niet wordt ondersteund kunt u als volgt WEP instellen:
In hetzelfde menu kunt u het tabblad "Security" kiezen. U komt dan in het volgende menu:
Kies voor de optie "WEP" en het menu verandert in het onderstaande.
Vul in onder Authentication Type "Shared"
Onder WEP Encryption 64, 128 of 256. (Hoger is beter, maar niet alle hogere vormen worden door alle apparaten ondersteund)
Onder Passphrase kunt u een woord of zin invoeren om automatisch een aantal random sleutels te laten genereren.
Dit heeft alleen zin indien alle gebruikers dit op dezelfde manier genereren. Is dit niet het geval, dan dient u dit leeg te laten en Key 1 - 4 met de hand in te vullen. Wat u hier dient in te vullen is afhankelijk van de door u gekozen sleutel.
Klik tenslotte op
4.3 WPA versleuteling
Deze instellingen gaan op een vergelijkbare manier. Onder het tabblad Security kiest u voor "WPA-PSK".
Onder Pre-Shared Key kunt u vervolgens de door u gebruikte sleutel invoeren.
In dit voorbeeld is gekozen voor PSK12345, wij raden een langere en wat minder voor de hand liggende sleutel aan.
Het succesvol tot stand brengen van een wireless verbinding lukt meestal zonder al te veel problemen, maar als het niet lukt of het signaal erg zwak is kan dit vele verschillende oorzaken hebben. Zie voor een aantal mogelijke oorzaken onderstaande link: Wireless problemen