ADSL problemen
referentie A006M
Kies een van de zes problemen hieronder:
Hoe stel ik internet toegang in?
Dit is afhankelijk van uw provider, het abonnement en het model modem of router.
U kunt het laatste vinden aan de onderkant van het apparaat.
Gebruik bij voorkeur een webbrowser, zoals Internet Explorer, Firefox, Chrome of Safari. Volg hiervoor de instructies achter de onderstaande link:
Internet instellen op een ZyXEL ADSL router of modem
Bij sommige modellen is het ook mogelijk alle instellingen te doen met behulp van Telnet of een seriële toegang. Volg hiervoor de onderstaande link:
Internet instellen met behulp van Telnet of een seriële toegang
U krijgt geen verbinding met het internet via uw draadloze verbinding en uw ADSL-router.
Om uw probleem op te kunnen lossen is het van belang dat u er achter komt waar de oorzaak van het probleem zit: in de draadloze verbinding of in de ADSL-router. Het is zinloos om alle wireless instellingen na te lopen als het probleem in de slechte ADSL- verbinding zit. Andersom is het ook zinloos om alle stappen van de ADSL-verbinding door te lopen op een moment dat de oorzaak van de slechte verbinding in het draadloze deel te vinden is.
Maak daarom eerst met een ethernetkabel een verbinding tussen een computer en de ADSL-router en stel de router in om normaal het internet te benaderen.
Indien dit werkt, dan wordt het probleem veroozaakt door fouten of defecten in het draadloze deel van de verbinding.
Hier kunnen veel verschillende oorzaken voor zijn. Op deze site is een apart document opgesteld om de meeste draadloze problemen op te lossen, volg hierbij de onderstaande link:
Wireless problemen
Indien dit niet werkt, doorloop dan eerst de stappen onder "ADSL doet het helemaal niet"
hieronder.
ADSL doet het helemaal niet.
Dit hoofdstuk loopt alle mogelijke problemen na welke u kunt hebben om met een ZyXEL ADSL-router of modem het internet te bereiken. Voor goed gebruik is het van belang dat de volgorde in het document wordt aangehouden. U kunt zich de ADSL-verbinding naar het internet voorstellen als een ketting met een vijftal schakels.:

Als één van de schakels het niet doet, zal de verbinding naar het internet mislukken. Om er achter te komen waar de fout zit, is het nodig om de schakels één voor één te onderzoeken. Het heeft pas zin om een volgende schakel te onderzoeken als u zeker weet dat het probleem niet in een eerdere schakel ligt.
Voordat u de stappen uit dit document uit gaat voeren, dient u de volgende voorbereidingen te treffen:
- De ADSL modem/router moet aan staan. Als de netspanningsadapter stroom krijgt, goed is aangesloten en de (op sommige modellen aanwezige) aan/uit schakelaar "aan" staat, zal het apparaat opstarten. Dit kan 5 tot 30 seconden duren, afhankelijk van het type ZyXEL. Na afloop van het opstarten behoren op zijn minst het PWR en/of SYS lampje te branden.
- Gaat er geen enkel lampje branden dan is de netspanning niet goed aangesloten, staat de aan/uit schakelaar verkeerd, gebruikt u de verkeerde voeding of is de voeding of het apparaat defect. Een overzicht van voedingen kunt u vinden onder de onderstaande link:
Apparatenoverzicht
Neem in dit geval contact op met uw leverancier.
- Gaan er wel lampjes branden maar niet de goede dan is het apparaat in de war en waarschijnlijk niet defect. Zet het apparaat terug in zijn fabrieksinstellingen zoals omschreven onder Resetten. Helpt dit niet, voorzie het apparaat dan seriëel van nieuwe firmware volgens de onderstaande links:
Seriële toegang en firmware vernieuwen.
Dit is niet op alle modellen ZyXEL ADSL-modem/routers mogelijk.
- Zet uw ZyXEL terug in zijn fabriekstoestand. Volg hiervoor de instructies van de link: Resetten.
U begint zo met een "schone" instelling van het apparaat.
- Sluit een computer met een ethernet netwerkkaart via een korte ethernetkabel op de router aan. Gebruik geen wireless of tussengelegen router of hub. Als computer en router beiden aanstaan, behoort het LAN-lampje op de router te gaan branden. Op modellen met meer dan één aansluiting gaat het lampje branden van de aansluiting welke u gebruikt. Gaat dit lampje niet branden, dan zijn daar de volgende verklaringen voor:
- Er zijn problemen met de kabel naar de computer of met de netwerkkaart in de computer. Zie hiervoor de links:
Communicatieprobleem met de router en
Ethernet bekabeling
- U gebruikt de verkeerde aansluiting.
- Sommige modellen zijn uitgerust met een "uplink" schakelaar. Deze kan verkeerd staan.
1: van de computer naar de ZyXEL
Als eerste stap behoort u toegang te krijgen tot de web configurator welke in de Prestige is ingebouwd.
Krijgt u vanaf de computer toegang tot de Web configurator in de ZyXEL?
Ja, dat lukt: Ga naar schakel 2.
Nee, dat lukt niet: De juiste instellingen in de computer om via een ethernet kabel verbinding met het modem te krijgen, verschillen per versie van Windows of MAC OS. Ze kunnen worden gevonden met behulp van onderstaande links:
Ethernet toegang met Windows
Ethernet toegang met Mac OS
Meestal kan worden volstaan met een dynamisch verkregen IP-adres. Maar als de router werd geleverd als modem (bijvoorbeeld in het Demon project), moet de computer worden ingesteld op een vast IP-adres.
Indien deze instructies niet werken, volg dan de links met mogelijke oplossingen onderaan op de bovengenoemde links.
Zoek nu toegang tot de router met behulp van een browser. Het IP-adres van de router is normaal 192.168.1.1 (bij Tiscali 192.168.1.254).
Mocht het verder niet lukken, volg dan de link Toegang tot de Web configurator en eventueel Communicatieprobleem tussen computer en router.
Mocht dit niet werken, probeer indien mogelijk de instructies bij Seriële toegang uit te voeren en voorzie de router van nieuwe firmware volgens de instructies van de link:
Firmware vernieuwen
Heeft ook deze actie niet het gewenste effect, dan is de computer, de router of het kabeltje er tussenin defect..
Neem in dat geval contact op met uw leverancier.
2: van het modem naar de splitter 
De ADSL-verbinding wordt geleverd over een al bestaande telefoonlijn. Dit betekent dat het ADSL-signaal en het telefoonsignaal één en dezelfde lijn delen. Een splitter is een klein kastje wat gemonteerd wordt tussen telefoon, modem en de binnenkomende telefoonverbinding. De splitter splitst het signaal weer uit in een ADSL en een telefoonsignaal. Als de splitter niet goed werkt of niet goed is aangesloten, zal het telefoonverkeer en/of het ADSL-verkeer niet goed werken. De correcte aansluiting van de splitter staat hieronder:
 |
 |
Splitter tussen de telefoon, de modem en het
punt waar de telefoonkabel
het huis binnen komt. |
Splitter tussen de modem, de NT-1 doos en het punt waar de telefoonkabel binnen komt. |
Iedere splitter heeft drie aansluitingen. Zorg ervoor dat de juiste aansluiting op het juiste apparaat is aangesloten en raadpleeg hiervoor de handleiding van de splitter. Indien u bijvoorbeeld de aansluiting van het modem en de telefoon of NT-1 verkeerdom aansluit, doen ze het waarschijnlijk geen van beiden goed.
Brandt het DSL lampje op het modem?
Ja, het lampje gaat branden (kan af en toe een klein beetje flikkeren). Ga naar schakel 4.
Nee, het lampje blijft uit.
- Kijk na of de splitter goed is aangesloten. Raadpleeg de bij de splitter geleverde handleiding.
- Let er op dat u het goede type splitter heeft. Een splitter voor een analoge lijn (annex A) doet het niet op een ISDN lijn (annex B) en omgekeerd.
Controleer ook of u wel de goede ADSL-router of modem gebruikt (annex A of B, te vinden aan de onderzijde van het apparaat).
Een apparaat welke is ontworpen voor Annex A (Analoog) zal niet werken met Annex B en omgekeerd.
- Om er achter te komen of uw splitter het probleem is, voert u de instructies uit onder schakel 3.
Het lampje gaat af en toe uit en dan weer aan.
- Bij normaal gebruik behoort het lampje aan te zijn, maar kan het af en toe even kort flikkeren. Is dit het geval, ga dan naar schakel 4.
- Blijft het lampje enkele seconden aan, maar gaat het dan weer helemaal uit dan is er mogelijk iets mis met de bekabeling, de splitter of de firmware. Ga naar schakel 3.
- Is het lampje aan, maar gaat het regelmatig enkele seconden knipperen dan is er waarschijnlijk een goede verbinding maar is er iets mis met de instellingen. Ga naar schakel 4.
Ga naar schakel 3 hieronder.
3: van de splitter naar de wijkcentrale
De verbinding van het huis naar de wijkcentrale wordt door vakmensen ook wel "het koper" genoemd.
Indien u voorheen af en toe problemen had met uw normale telefoonverbinding, kan dit betekenen dat het koper beschadigd is of slecht van kwaliteit.
Daar heeft ook uw ADSL-verbinding last van. Neem, als dit het geval is, contact op met de leverancier van het koper (de KPN).
Verwijder tijdelijk de splitter en sluit uw modem met een korte kabel rechtstreeks aan op de telefoon.
Brandt het DSL lampje op de modem nu wel?
Ja, het DSL lampje gaat nu wel branden (maar het kan af en toe flikkeren). Probeer of u op het internet kunt komen. Lukt dit, dan wordt het probleem veroorzaakt door een defecte splitter of een telefoonkabel van slechte kwaliteit. Neem contact op met de leverancier van de splitter en/of gebruik een andere telefoonkabel. Lukt het nog niet om op internet te komen, ga dan naar schakel 4.
Nee, het DSL lampje blijft de hele tijd aan- en uitgaan. Telco's (KPN, Tiscali etc.) veranderen af en toe het merk en type DSLAM in de wijkcentrale. Nieuwere firmware is altijd zo goed mogelijk aangepast op de nieuwste DSLAM's, een van de redenen waarom het bij dit soort problemen de moeite waard kan zijn om altijd de nieuwste firmware te gebruiken. Dit probleem kan zich met name ook voordoen bij een verhuizing, maar Telco's vernieuwen/vervangen ook wel eens de DSLAM bij bestaande verbindingen.
Meer over het vernieuwen van firmware kunt u vinden achter de link Firmware.
Zelfs met de nieuwste firmware kan het voorkomen dat de modem niet goed contact maakt. Een mogelijke oplossing is in dat geval te vinden via de link:
Type synchronisatie forceren.
Nee, het lampje blijft uit. Het probleem wordt waarschijnlijk niet veroorzaakt door een defecte splitter maar het is waarschijnlijk een probleem in de wijkcentrale of in de koperen verbinding tussen het pand en de wijkcentrale. In het onderstaande overzicht wordt omschreven hoe een ADSL verbinding in elkaar zit en welke verschillende stappen er tijdens het tot stand komen van een ADSL-verbinding moeten worden genomen.

In de wijkcentrale wordt het normale telefoonsignaal samen met het ADSL signaal op één en dezelfde lijn gezet. Dit wordt gedaan door de zogenaamde "Telco" (Telecommunication Company), ook wel te omschrijven als ADSL-leverancier. Hoewel er tientallen ADSL-providers zijn, bestaan er in Nederland maar een viertal Telco's welke landelijk ADSL leveren: de KPN, BBned, Telfort en Versatel. De technische dienst van de Telco krijgt van de ADSL-leverancier te horen welke aansluiting op welk adres van welk type ADSL moet worden voorzien en voert de aansluiting uit. In sommige gevallen betekent dit dat er letterlijk draadjes verlegd worden, in andere gevallen de instellingen in de centrale.
Als een ZyXEL modem op een werkende ADSL verbinding wordt aangesloten, behoort de ZyXEL dat te "voelen". Dit wil nog niet zeggen dat er ook data heen en weer gaat maar het DSL lampje behoort, ongeacht de instellingen in de ADSL router, op te lichten. Als dit niet het geval is, kan dat de volgende oorzaken hebben:
- De aansluiting is nog niet uitgevoerd door de Telco.
- De aansluiting is uitgevoerd maar op de verkeerde lijn (misschien hebben de buren opeens ADSL?)
- De kwaliteit van het koper is onvoldoende.
- De modem past niet bij de verbinding die u heeft. U kunt het type modem vinden aan de onderzijde van de ZyXEL. Annex-A modellen zijn bedoeld voor ADSL over een analoge lijn, Annex-B voor ADSL over een ISDN lijn. Heeft u het verkeerde model, neemt u dan contact op met uw leverancier.
- De modem beschikt niet over de nieuwste firmware. Telco's veranderen af en toe het merk en type DSLAM in de wijkcentrale. Nieuwere firmware is altijd zo goed mogelijk aangepast op de nieuwste DSLAM's, één van de redenen waarom het, bij dit soort problemen, de moeite waard kan zijn om altijd de nieuwste firmware te gebruiken. Dit probleem kan zich met name ook voordoen bij een verhuizing maar Telco's vernieuwen/vervangen ook wel eens de DSLAM bij bestaande verbindingen. Meer over het vernieuwen van firmware kunt u vinden achter de link Firmware.
- Het DSL-lampje in de modem is defect. Bij het aanzetten van het apparaat zou het lampje heel even op moeten lichten ten teken dat het lampje het doet.
- De aansluitkabel is defect. Probeer een andere kabel.
- De aansluitkabel zit niet goed vast. Maak de kabel even los en sluit hem opnieuw aan.
- De modem is defect. Neem contact op met uw leverancier.
4: van de wijkcentrale naar de Provider
Vanuit de wijkcentrale wordt het ADSL-signaal via glasvezels in het "ATM" netwerk doorgegeven aan de provider. Hiervoor moet de ADSL-router of modem goed zijn ingesteld. De instellingen verschillen per provider en per type apparaat en worden uitgelegd onder:
Internet instellen op een ZyXEL ADSL router.
Met de instellingen achter bovenstaande link behoort u - mits de instellingen correct zijn overgenomen en ingevuld en de eerdere schakels het allemaal doen - contact te krijgen met de provider. Een enkele keer kan het helpen indien uw het apparaat even een paar tellen uit en daarna weer aan zet.
Is dit niet het geval, ga dan naar het hoofdmenu van de router. De juiste procedure is afhankelijk van het inlogvenster:
Welk IP adres staat er hier ?
Iets anders dan 0.0.0.0.
Probeer of u op het internet kunt komen. Lukt dit nog steeds niet, ga dan naar schakel 5.
Er staat 0.0.0.0
Ondanks alle goede instellingen wordt u niet erkend door de provider en niet verder het internet opgelaten. Mogelijke verklaringen zijn:
- Een fout bij de basisinstellingen in het apparaat.
- Een fout bij het invullen van een gebruikersnaam of wachtwoord.
- De provider heeft uw aansluiting nog niet verwerkt.
- Bij providers welke gebruik maken van het netwerk van BabyXL (Tiscali en Demon) kan het voorkomen dat u zich eerst via internet aan dient te melden op een specifieke pagina voordat u de rest van het internet op wordt gelaten. Raadpleeg hiervoor de documentatie welke u van uw provider heeft ontvangen.
- Met name bij providers waarbij u geen gebruikersnaam of wachtwoord hoeft in te vullen, reageert de provider niet direct op het aansluiten van een nieuw apparaat. Deze providers herkennen een aansluiting omdat ze het "hardware-adres" (ook wel MAC-adres genaamd) bijhouden van het apparaat dat op de ADSL-aansluiting is aangesloten. Als u een ander modem of modem/router op de lijn aansluit, klopt dat hardware-adres niet meer want ieder apparaat heeft een eigen uniek hardware adres. Handel in dat geval als volgt:
- Zet de modem uit en maak de ADSL-lijn los.
- Maak gedurende 24 uur geen gebruik van de ADSL verbinding.
- Sluit de modem opnieuw aan en probeer opnieuw verbinding te maken.
Na 24 uur is de provider het MAC adres van de aansluiting "vergeten". De provider accepteert dan ook een ander hardware adres. De periode van 24 uur is wat aan de lange kant maar is het minimum dat altijd behoort te werken.
Indien u beschikt over een provider welke gebruik maakt van de Telco KPN dan kunt u de volgende test uitvoeren:
- Zet de router terug in de fabriekstoestand. Zie hiervoor de link:
resetten van de router .
- Maak via de wizard van de router een verbinding aan met de instellingen voor KPN, maar gebruik:
- Username kpn@adsltest (gebruik kleine letters)
- Password: kpn (kleine letters)
Dit zijn testinstellingen van KPN. Als alles goed gaat, behoort u hiermee een zeer beperkte toegang naar het internet te krijgen.
- Start een browser en ga naar kpn.com (zonder www ervoor)
Als deze actie wél lukt is de fout te vinden in de door u gebruikte instellingen voor de normale internet toegang of heeft uw provider de toegang nog niet geactiveerd. Loop in ieder geval de instellingen nog een keer goed door. Bent u zeker van uw zaak, neem dan contact op met de provider om uw gebruikersnaam en wachtwoord te controleren.
Helaas beschikken BBned, Tiscali en Versatel, voor zover ons bekend, niet over een dergelijke test.
5: van de Provider naar het Internet

Als het nu nog steeds niet lukt om het Internet te bereiken dan is waarschijnlijk een van de onderstaande redenen de oorzaak:
- Er is iets mis bij de provider, bijvoorbeeld:
- Onderhoud: uw verbinding ligt er tijdelijk even uit.
- Een routeringsfout: de verschillende wegwijzers naar het internet bij de provider staan niet goed, waardoor u bij uw zoektocht op het internet niet uitkomt op de gewenste plaats.
- Capaciteitsproblemen. De provider is tijdelijk overbelast.
U kunt zelf vanaf een computer met Windows een tracering uitvoeren. De instructies hiervoor zijn te vinden onder de onderstaande link:
Tracert-commando uitvoeren .
Komt een tracert niet verder dan de provider dan heeft u een sterke aanwijzing dat er iets mis is aan de kant van de provider.
- Een foute instelling in de router. Ook na een herstart kan het voorkomen dat sommige instellingen verkeerd staan. Deze instellingen worden met een herstart niet automatisch goed teruggezet en zijn normaal niet met de Web configurator te bereiken.
Controleer de (NAT-)routing-instelling van de modem.
Oudere modellen |
|
Nieuwere modellen: Ga naar |
Start de wizard setup, kijk of

correct is ingesteld en maak de wizard
verder af. |
|
 |
Als alternatief: maak, indien mogelijk, verbinding met de router door middel van Seriële toegang of met behulp van
Telnet. Ga in menu 4 na of adres-translation staat ingesteld op SUA Only. Pas dit aan als dit niet het geval is.
- Een foute DNS instelling in de computer.
Bij een foute instelling van de DNS server krijgt u bij het invullen van een www adres (zoals www.zyxel.nl) geen pagina te zien. Ga naar de onderstaande link;
Pingen
en voer de instructies uit. U kunt de juiste DNS-gegevens opvragen bij uw provider.
- Afwijkende pagina's.
Sommige internetpagina's vereisen een speciale browser of instellingen waardoor ze niet met iedere computer goed te zien zijn. Dit probleem is niet te wijten aan uw provider. Controleer de toegang naar internet met behulp van een eenvoudige pagina als www.nu.nl welke is opgebouwd met de meest eenvoudige codes. Lukt dit wel en andere pagina's niet, raadpleeg dan de helpbestanden van uw browser want dit probleem is niet de schuld van uw provider of uw ADSL-verbinding.
De ADSL verbinding valt af en toe weg of de modem loopt vast.
Alle schakels van de verbinding naar het internet kunnen de oorzaak van dit probleem zijn: een storing in het eigen netwerk, werkzaamheden in de wijkcentrale, een provider welke onderhoud verricht, slechte kwaliteit van het "koper". enzovoorts. Ook hier is het ontdekken van de oorzaak van het probleem de halve oplossing.
Bekijk als eerste wanneer het probleem zich voordoet en welke dingen u op dat moment met het internet aan het doen bent. Bijvoorbeeld:
- Draadloos
Doet het probleem zich uitsluitend voor bij een draadloze verbinding?
Sluit ter vergelijking een computer met een normale ethernetkabel aan op de router. Is het probleem dan over, dan is er een draadloos probleem. Zie dan de link:
Wireless problemen.
- Internetgebruik
Indien u downloadprogramma's gebruikt, bekijk dan of het probleem blijft bestaan indien u deze tijdelijk uit zet.
Problemen met peer-to-peer programma's kunnen de router laten vollopen. Meer hierover kunt u lezen onder de link:
Vastlopend internet en peer-to-peer programma's.
- Hardwareproblemen
Kunt u tijdens het optreden nog wel het inlogvenster van de modem bereiken? Het probleem kan worden veroorzaakt door iets simpels als een defect kabeltje .....
Is het probleem niet terug te herleiden tot een van de drie oorzaken hierboven dan wordt het waarschijnlijk veroorzaakt in de verbinding tussen de modem en de wijkcentrale of de verbinding tussen wijkcentrale en provider. In het stappenplan hierboven zijn dit de tweede, derde en vierde schakel.

Problemen met de verbinding tussen modem en wijkcentrale
Dit vereist enige technische uitleg over hoe een ADSL verbinding tot stand komt:
Het ADSL signaal wordt door de modem of de dSLAM gegenereerd en door de splitter op de telefoonkabel gezet. Voor dit doel worden 256 "tonen" gebruikt, netjes verdeel in toonhoogte tussen de 0 en de 1,1 MHz. De laagste van deze 256 tonen worden niet gebruikt omdat dit normale telefonie in de weg zou zitten. Een deel van de tonen wordt gebruikt voor het upstream verkeer (naar het internet toe), een ander deel voor het downstream verkeer (van het internet af) en sommige tonen worden niet gebruikt. Naarmate de afstand hoger is wordt de sterkte van het signaal minder. Hogere tonen hebben meer last van de verzwakking dan lagere tonen. Hieronder als voorbeeld de opbouw van een willekeurige ADSL verbinding:

Welke tonen er nu wel en welke er nu niet worden gebruikt is afhankelijk van de instellingen van de verbinding en het type verbinding. Bij een ADSL verbinding met een lage capaciteit (zoas 64 up/ 256 download) zullen veel tonen ongebruikt blijven, maar bij een hoge capaciteit zullen zo veel mogelijk tonen worden ingezet. Bij een "wide open" verbinding met maximale capaciteit wordt geprobeerd iedere bit uit een toon te wringen die mogelijk is.
Op het moment dat een ADSL verbinding wordt opgezet "onderhandelen" de modem en de dSLAM in de wijkcentrale over welke tonen er gebruikt worden en hoeveel informatie (bits) er per toon worden verzonden. Dit proces wordt het "trainen" van de verbinding genoemd en duurt normaal twee tot tien seconden. De hoeveelheid bits per toon is afhankelijk van de zogenaamde signaal/ruis verhouding, naar de engelse afkorting SNR (signal to noise ratio) genoemd. De SNR is afhankelijk van de signaalsterkte en van allerlei storende factoren, zoals overspraak, storing door andere (telefoon-, DSL- en elektriciteit-)kabels, slechte splitters etc.
Nu ontstaan er tijdens de overdracht van de informatie altijd fouten. Dit is onvermijdelijk en op zich niet zo erg, want de ADSL verbinding houdt het aantal fouten bij en stuurt een pakketje met informatie opnieuw als ze niet intact over zijn gekomen. De modem aan de kant van de gebruiker houdt bij hoe vaak daar pakketjes zoek raken (wat door een overbelaste NRP kan zijn veroorzaakt), hoeveel er (CRC) foutjes bevatten (wat meestal veroorzaakt wordt door storing op DSL-lijn), welk deel daarvan gecorrigeerd kan worden en hoeveel pakketjes niet meer gecorrigeerd kunnen worden. Als er gedurende een tijdsperiode van 15 minuten teveel pakketjes kwijtraken of niet goed overkomen, dan zal het ingebouwde modem de verbinding verbreken en opnieuw gaan trainen. De veronderstelling van het modem hierbij is dat blijkbaar de SNR zodanig is verslechterd dat opnieuw trainen noodzakelijk is. Bij het trainen wordt de verbinding verbroken. Enige tijd later is de nieuwe verbinding opgebouwd, tot er weer te veel fouten ontstaan, enzovoorts. Het gevolg is een ADSL verbinding die regelmatig zonder direct aanwijsbare verklaring uitvalt. De uitkomsten van de onderhandelingen tussen modem en dSLAM zijn als het ware te kritisch om de verbinding op het ingestelde niveau te handhaven.
Oorzaak is een te slechte SNR voor de (eerder getrainde) hoeveelheid bits die per toon over de lijn moeten worden verzonden. Met 8Mb down en 1 Mb upstreamsnelheid wordt geprobeerd de volledige capaciteit te benutten, waardoor de verbinding erg kritisch wordt. Bij de langzamere verbindingen worden er tonen of een aantal bits per toon ongebruikt gelaten en heeft de verbinding dus wat meer ruimte. Mogelijke oplossingen bestaan uit het verbeteren van de SNR en daarmee het maximaal aantal bits per toon. (De maximale capaciteit wordt daarmee wel kleiner, maar de verbinding wordt stabieler):
- De meest directe manier om het probleem aan te pakken is zorgen voor een betere signaalsterkte. Helaas is verhuizen naar een adres dichter bij de centrale in de regel geen serieuze optie.
- Door de modem zo dicht mogelijk bij het punt waarop de telefoonlijn het pand binnenkomt te plaatsen en de splitter er tussen uit te halen is het in ieder geval mogelijk om de ruisfactoren "in huis" zo veel mogelijk te elimineren. Als bij een dergelijke opstelling de verbinding een stuk stabieler blijkt te zijn, is dit een duidelijke aanwijzing voor een slechte splitter of een slechte bekabeling.
- U kunt op twee verschillende manieren de kwaliteit van het signaal over het "koper" meten:
- Telnet of serieël.
U kunt met Telnet of eventueel via een serieële toegang naar de CLI (Command Line Interpreter) door naar menu 24 en vervolgens naar submenu 8 te gaan. Hierdoor verschijnt een regel waarin u commando's in kunt toetsen:
Met het (CLI commando) wan adsl perfdata is het mogelijk om het aantal fouten te zien sinds de router is aangegaan, over de laatste 24 uur en de 15 minuten (de 15minuten waar het modem naar kijkt of het nodig is om opnieuw te gaan trainen).
Met het (CLI commando) wan adsl linedata far kun je zien hoeveel bits elke toon gebruikt. Voor de interpretatie: zie onder web configurator.
Prestige 623, 650 en 652 :
Met het (CLI commando) wan adsl maxtonelimit is het mogelijk om het aantal bits per (upstream!) toon te verlagen. Hiermee kan een betere upstream SNR worden geforceerd. Bijvoorbeeld met wan adsl maxtonelimit 10 naar 10 bits per toon. Dit gaat mogelijk ten koste van de upstreamsnelheid maar de verbinding wordt er wel stabieler door. |
Prestige 660, 661, 662 of 2602 :
Op deze modellen kan hetzelfde effect worden bereikt met recente Firmware en het commando
wan adsl driver upmaxbits X,
waarbij X een waarde tussen 0 en 15 heeft.
Het is op deze modellen ook mogelijk de downloadsnelheid te beperken met het commando wan adsl driver dnmaxbits X |
-
De web configurator
U kunt de kwaliteit van de lijnverbinding testen door in het hoofdmenu onder Maintenance te kiezen voor "diagnostic"

Kies hierna voor "DSL Line"

En u krijgt een venster met een paar keuzen:

Kies voor de optie "Upstream Noise Margin" voor een overzicht van het bovenstaande.
Van belang zijn vooral de "attennuation Upstream" en het overzicht van de tonen.
De attennuation staat voor de kwaliteit van de ontvangst aan de andere kant.
De "tonen" geven de 256 tonen weer waar ADSL over kan gebruiken. Bij iedere toon staat aangegeven hoeveel bits die toon verwerkt, in een hexadecimaal genoteerde waarde, dus 0=0, 1=1, 9=9, a=10, b=11, c=12, d=13 e=14 en f=15.
Er staan nogal wat nullen tussen, maar dit valt niet te verbazen: deze worden niet gebruikt voor de upload. De wel gebruikte tonen in dit overzicht geven geen reden tot zorg.
Kies hierna voor de "Downstream Margin" en u krijgt een dergelijk overzicht als hier onder:

Deze aansluiting bevindt zich op 3,5 km van de centrale, met een gemiddeld signaalverlies van 10 tot 15 db/km verklaart dat de Attennuation Downstream. Indien deze waaarde te hoog wordt (bijvoorbeeld boven de 60) dan lukt het vaak niet meer om alle informatie in de beschikbare "tonen" kwijt te raken, met als gevolg dat de modem opnieuw gaat "trainen" en de verbinding tijdelijk uitvalt.
(Alle getalletjes en letters in het grote blok aan gegevens in het midden zijn de hoeveelheid datastromen welke per "toon" worden weer gegeven. Hoe hoger hoe beter. a=10, b=11, c=12, d= 13, e=14 en f= 15. U kunt zien dat toon 1 t/m 37 worden gebruikt voor telefonie en upstream, omdat hier een "0" wordt weergegeven. Toon 38 en hoger worden gebruikt voor downstream. U kunt hier ook duidelijk zien dat er bij de hoge tonen meer informatie verloren gaat. Toon 64 tot 95 is gemiddeld een c (13), toon 224 tot 255 is gemiddeld een 5,5).
Via Telnet of een seriële verbinding is het mogelijk de upstream verbinding te stabiliseren, zie hiervoor Telnet en serieël hierboven.
Technische achtergrond:
Voor elke (extra) bit is een bepaalde minimale SNR noodzakelijk. Meestal wordt er gesproken over een minimum van 6 dB. Andere bronnen melden dat er een signaal nodig is van 18 dB voor 2 bits (het eerste bit is een pariteitsbit?) en 3 dB voor elke extra bit. In de praktijk zie je een verzwakking van gemiddeld ongeveer 10-12 dB per kilometer kabel tussen het modem en de DSLAM in de centrale, dus elke kilometer zou je 3 tot 4 bits kunnen kosten. (De verzwakking is groter voor de tonen van de hogere frequentie en lager voor die van de lagere frequenties vanwege de impedantie (inductieve (spoel) en capacitieve (condensator) eigenschappen van het gebruikte gedraaide (twisted) koperpaar).
De upstream snelheid wordt dan beperkt tot (aantal gebruikte tonen * (aantal bits - 1) * 4 kbps) . Er lijken bij G.DMT over KPN (maar) 24 van de 32 tonen gebruikt te worden, dus 96kbps (24x4) per bit. Dat levert bij 10 bits dus op: (10-1)*96= 864 kbps, het gespecificeerde maximum van G.DMT. Door nu meer dan 24 tonen of meer dan 10 bits te gebruiken, kan de doorvoer worden opgevoerd mits zowel het modem als de DSLAM het op dezelfde manier ondersteunen. Door vier extra kanalen (dus 28 i.p.v. 24) te gebruiken, kan het maximum naar 1008 kbps worden opgevoerd. Door twee bits extra (dus 12 i.p.v. 10) te gebruiken, kan het maximum naar 1056 worden opgevoerd. In de combinatie kan het nog hoger.
|
Defecte modem
U kunt uitsluiten dat de modem het probleem is door een andere modem op dezelfde aansluiting te gebruiken. De kans dat twee dezelfde modems tegelijkertijd defect zijn, is te verwaarlozen. Indien ook de tweede modem het niet doet, ligt het niet aan de modem. U kunt het beste contact opnemen met uw provider. Zij kunnen contact opnemen met de Telco om na te gaan wat er verkeerd is gegaan bij het aansluiten.
ATM-verbinding
De ATM verbinding is de schakel tussen de wijkcentrale en de provider:

Over de (bovenstaande) verbinding wordt er continu met ATM (Asynchronous Transfer Mode) data (of als er geen data is lege) pakketjes heen en weer gestuurd tussen modem en de 'NRP' (Node Route Processor, een kaart in een kast, vaak een Cisco), of 'B(B)RAS' (BroadBand Remote Access Server, de kast zelf). Deze staat in of bij de telefooncentrale en is van de operator (of Telco). Hier wordt de ATM-verbinding met de klant ge-'termineerd' en de data uitgesplitst naar de juiste ISP. De NRP kan overbelast raken door er teveel gebruikers op aan te sluiten, met als gevolg wegvallende pakketjes en storingen. De modem reageert hier op dezelfde manier op als bij fouten in het "koper": hij bouwt na een kwartier de verbinding opnieuw op.
We zijn nog op zoek naar een instelling om de router minder "gevoelig" te maken voor verloren ATM-pakketten.
|
Meer commando's om, via de CLI, problemen in dit deel van de verbinding te achterhalen, kunt u vinden acher onderstaande link:
Debuggen van een ADSL verbinding.
ADSL is te langzaam.
Dit kan een aantal oorzaken hebben:
- Wireless of netwerk problemen.
Kijk of het probleem zich ook voordoet indien u een enkele computer zonder tussen gelegen switch of wireless verbinding rechtstreeks op de ADSL-router aansluit. Is de snelheid dan beter dan heeft u een probleem welke op zich niets met de ADSL-verbinding te maken heeft. Zie hiervoor Wireless-problemen.
- Slechte lijnkwaliteit of te grote afstand.
Veel van de oorzaken van een uitvallende verbinding kunnen ook de oorzaak zijn van een verbinding welke langzamer is dan verwacht. Doorloop de suggesties bij het vorige punt "De ADSL-verbinding is onbetrouwbaar of valt weg."
De capaciteit van een DSL-verbinding neemt af met de afstand tot de wijkcentrale, zoals geillustreerd in het onderstaande overzicht:

Dit laat de vier verschillende in Nederland geleverde DSL technieken zien in onderlinge vergelijking.
Met name bij "brede" verbindingen kan de afstand een reden zijn waarom de snelheid uiteindelijk minder is dan verwacht. Op een afstand van zo'n 3 kilometer kunt u zelfs bij een snelle ADSL 2+ verbinding met maximale snelheid van 20 Mbps of meer geen snelheid van meer dan 10 Mbps verwachten. Op 4 km afstand is ADSL 2+ zelfs niet sneller dan het oudere ADSL 1.
Ook bij het toekomstige VDSL 2 is de extra snelheid alleen te leveren indien men op korte afstand tot de centrale zit. Alleen valt hierbij te verwachten dat er veel meer centrales (dichterbij) zullen worden gebruikt. Maar VDSL 2+ is voorlopig nog beperkt beschikbaar.
- Overboeking. De meeste huisaansluitingen maken gebruik van een stuk capaciteit dat ze delen met meerdere andere aansluitingen. Dit wordt overboeking genoemd. Normaal is dit geen probleem, aangezien de verschillende gebruikers bijna nooit allemaal op exact hetzelfde moment intensief van het internet gebruik maken. Bij vaak en constant gebruik van het internet door meerdere gebruikers is er natuurlijk wel een grotere kans dat de capaciteit gedeeld moet worden.
- Problemen in de router.
Als het probleem voorbij gaat als men de ADSL router even uit- en weer aanzet, dan is de oorzaak waarschijnlijk te vinden in de router. Sommige programma's en wormvirussen kunnen er voor zorgen dat de router langzaam "volloopt". Meer hierover kunt u vinden achter de link:
Langzaam en vertragend internet (voor oudere modellen) of
Vertraging internet met peer-to-peer programma's .
Mag ik mijn ADSL modem uitzetten?
Ja !
maar houdt daarbij rekening met het volgende:
- Het apparaat gebruikt in de stand-by stand ongeveer evenveel stroom als een spaarlamp. Dit verbruik is wat meer als er intensief verkeer over de lijn gaat of als er gebruik wordt gemaakt van een draadloze verbinding.
- Dit soort modems zijn eigenlijk niet gemaakt om heel vaak aan- en uit te zetten. Het effect op de electronica is te vergelijken met het heel vaak starten van een auto: het apparaat slijt harder dan normaal. Het heeft geen gevolgen voor de garantie op de modem, maar de kans dat men een beroep op de garantie moet doen is wel wat hoger.
- Indien men een modem aanzet, is er niet meteen een verbinding met het internet. Eerst zal de modem moeten opstarten en een verbinding met de wijkcentrale moeten leggen (zie het schema eerder op deze pagina), daarna zal de wijkcentrale verbinding maken met de provider, etc. Dit kost allemaal ergens tussen de 30 seconden en 6 uur tijd, afhankelijk van de provider en de gebruikte instellingen. Dit kan erg onhandig zijn.